Eigen baas
Niran, die van huis uit administratrice is maar daar geen werk in kon vinden, bleef thuis voor de kinderen. In 1998 werd haar vierde kindje geboren: Elia. In 2009, kwamen tot haar grote blijdschap drie broers naar Nederland. Verder heeft ze nog een broer in Australië en een zus in Californië. Iedereen was toen veilig. Haar ouders zijn wel altijd in Irak gebleven, en zijn inmiddels al lang overleden. “Op jonge leeftijd, op hun 64e en 66ejaar. Van de stress en het slechte eten daar”, vermoedt Niran. Waar het nodig is en waar ze kan, helpt ze haar familie met koken en poetsen. Ze was zelfs een jaar in Amerika samen met de kinderen om voor haar zus te zorgen die heel ziek was.
Ongeveer 8 jaar geleden is Niran gescheiden. “Voor mij was dat een hele opluchting. Arabische mannen zijn de baas over vrouwen. Nu ben ik mijn eigen baas. Om die reden hebben mijn dochters ook geen Arabische man”, lacht ze.
In Nederland voelt Niran zich helemaal thuis. “De mensen zijn heel aardig. Zoals mijn buurman hier in Veldhoven die zijn hulp altijd aanbiedt als het nodig is.”
Fijne plek
Voordat ze bij Kringloop de Kempen kwam deed ze vrijwilligerswerk bij de senioren van Merefelt. Ze deed dat drie jaar lang met veel plezier. “Maar de dood was altijd dichtbij. Dat vond ik zo verdrietig. Daar kon ik op een gegeven moment niet meer tegen.” Toen maakte ze de overstap naar Kringloop de Kempen in Veldhoven, waar ze op de kledingafdeling terechtkwam. En daar is iedereen heel blij mee. “Het is hier zo’n fijne plek. Mijn werk is afwisselend, ik heb leuke collega’s en William, mijn baas, is echt een hele fijne, opgewekte en goede man”, klinkt Niran enthousiast. Ze is er elke maandag- en vrijdagochtend en je kunt volgens William altijd op haar rekenen en ook altijd iets aan haar vragen. “Als het mogelijk is, zou ik hier willen werken zolang ik maar kan.”
Heel gelukkig
Haar kinderen zijn intussen groot, hebben gestudeerd en zijn goed terechtgekomen. Ze heeft drie kleinkinderen en de vierde op komst. Alles gaat goed met ze. Dat zijn de zoete vruchten van zo’n ingrijpend vluchtavontuur. Als rode draad heeft Niran haar geloof. Ze ervaart daar veel steun van. De balans opmakend concludeert ze: “Eigenlijk ben ik nu heel gelukkig!”